- Website Histoarysk Wurkferbân Wűnseradiel

Master Ozinga

In het blad ‘Fen Fryske Groun’ van  13 augustus  1937 vinden we een artikel over  ‘Gaast in  Wonseradeel’
dat geschreven is door het   toenmalige hoofd van de Christelijke School A. Ozinga.
Uit het dorpsboek  ‘It Doarpslibben yn  Gaast’ citeren we de uit het Fries vertaalde tekst: 
Meester Ozinga kon goed leiding geven bij het zingen, de kinderen echter gedroegen zich soms wat vreemd, maar dat kom je overal wel eens tegen. Men moest vaak liederen zingen over “Het Vaderland”, zoals  ‘O schitterende kleuren van Nederlands vlag…….’.  Willem Hengst  zong dan vaak ‘O Skitrende kleuren fan Baaie zyn himd, wat   wapperst fier oan ‘e lijn’. Meester kwaad en dacht   dat hij daar zijn vrouw Berber mee bedoelde. (Men moet wel bedenken dat meester in het schoolhuis woonde dat een onderdeel was van het   schoolgebouw, dus meesters juffrouw was voor de   kinderen geen onbekende). Nadat meester zijn   ongenoegen kenbaar had gemaakt ging men weer   verder. 
Als meester had Ozinga de trouwerij van  Juliana en  Bernhard aangegrepen om er een lied  over te  schrijven.
De tekst is misschien niet  helemaal juist,  maar de strekking was als volgt:  

 Een Prins van Edel bloed kwam uit Lippe Biesterfeld.
Hij werd het eens met de Kroonprinces.  
Lang leve de Prins en de Kroonprinces.
Leve het  Oranjehuis, wij zingen en wij roepen luid  voor  bruidegom en bruid!
   

Als de kinderen dit zongen op een voor hen bekende wijze, dan tilden de dakpannen bijna op, zo schreeuwden ze het uit.

Meester Ozinga was nogal Oranjegezind en dat kunnen we ook lezen in het verhaal uit de ´Fen Fryske Groun´ en er werd hoog opgegeven van Gaast en de Gaasters.

Na hem kwam meester Bakker( de schrijver van de oorlogs-revue:  ‘Lyts doarp yn rűzige tiid’).

Wat niet veranderde was de vaderlandsliefde, maar de kinderen moesten wel leren omstaan.  

 

 

 

 

 

Foto:

Meester Ozinga omringd door een aantal leerlingen.

Links onder met gestreepte stropdas Willem Hengst.

 

    

 Het is wel aardig, dat we een paar herinneringen vastleggen aan de deelname van de jeugd op een volksfeest of een Oranjefeest, waarin dit stille dorpje ‘aan de zee’ zich blijkens bijgaand artikeltje vol animo en eensgezind toont. En de schrijver, die daar vele jaren woonde, werkte en het onderwijs diende, heeft daarvan ervaring. Op de ene foto de meisjes als elfen(niet getoond); op de andere de jongens met hun vliegers, met verschillende zelf gevonden emblemen versierd. Achter het schaduwrijke geboomte staat in alle vree en rust de Christ. School van de kustplaats waar de concentratie der leerlingen waarlijk niet door stadslawaai verbroken wordt.


Op de vliegerfoto zien we op de achtergrond het schoolhuis met daarvoor meester Ozinga (met hoed) en zijn vrouw.

Hieronder het artikel uit de Fryske Groun in de taal van meester Ozinga.

 

Gaast in Wonseradeel

 

Wanneer we op een zomersche middag peddelen van Harlingen langs de zeedijk, voorbij de ‘Steenen Man’, de afsluitdijk langs over Makkum, dan komen we in het dorp Gaast, gelegen in de gemeente Wonseradeel. ’t Ligt als ’t ware vooruitgeschoven in de voormalige Zuiderzee, thans IJselmeer, waar de dijk zich plotseling ombuigt. Ook al tengevolge van de geringe hoogte der torenspitsen achter de betrekkelijk hooge dijk, lijkt ’t dorp onvindbaar, doch zie, na de laatste kromming doemt ’t voor ons op. We gaan voorbij  ’t nette gebouw van het waterschap ‘Wonseradeels Zuiderzeedijken’ en rijden het hek binnen, dat toegang verschaft tot het oude dorp.

“Moeten wij door een hek, om in het dorp te komen?” vraagt U. Ja, zeker, geachte lezer, want ’s zomers graast het vee op de zeedijk, en niemand der dorpsbewoners is op bezoek gesteld van de herkauwers, die hun sporen achterlaten in de keurig verzorgde bloembedden. Nauw is de straat en oud zijn de huizen. De laatste staan schots en scheef door elkaar; ’t eene dient vaak ’t andere tot steun.

De vriendelijke bewoners geven U gaarne alle inlichtingen over de geschiedenis van hun dorp. De jeugd staat U niet aan te gapen. Ze gaat vrolijk met haar spel door.

De geschiedenis van ’t dorp is voor de bewoners ook de geschiedenis der zee. Daar zijn ze in hun element, van kindsbeen af. Hoe menig schipbreukeling, die in doodsgevaar verkeerde, is met levensgevaar gered! De Noord- en Zuidhollandsche Reddingsmaatschappij heeft ’t aangevoeld. Immers de reddingsboot dier maatschappij is er gestationneerd.

Men heeft ze moeten zien uitvaren bij storm, de stoere mannen in de boot, voorzien van oliepak, zuidwester en reddingsgordels, worstelend met de golven, bedreigd  door de kaken des doods! Alles om een menschenleven van een wissen dood te redden. Ze surveilleeren in storm en regen op de dijk, bij dag en nacht, om te zien, of een vaartuig in nood verkeert.  Beroepsvisschers vindt men niet vele in ’t oude dorp. Hoe geheel anders dan vroeger! Het is niet  onmogelijk, dat in vroeger eeuwen hier walvischvaarders gewoond hebben. Een gevelsteen in een der oude muren wijst hier op. Voor den vreemdeling is deze een bezoek waard.

Op meer dan één wijze blijkt, dat de kunst van visschen hun aangeboren is. Zelfs kinderen weten bot of schol te verschalken. Bij ebbe, als de zee op een mooie zomeravond effen is als een spiegel, weten ze genoemde visschen onder een zandlaag weggedoken, te grijpen, hetgeen voor geen geboren Gaaster een onmogelijkheid blijkt te zijn.

Sedert de afsluitdijk Friesland met Holland verbindt, is helaas, de visscherij achteruit gegaan. De Zuiderzee is IJselmeer geworden. Eb en vloed zijn niet meer waarneembaar. Bij vloed kwam de visch aanzwemmen, bij eb vertrok ze en de visschers wisten een goede slag te slaan. Jammer, dat alles nu zoo geheel anders is geworden. Als straks ’t meer ten volle een zoetwatermeer geworden is, moge de hoop gekoesterd worden, dat de vischvangst zich in z’n vorige luister mag herstellen. De nijvere visscher is ’t ten volle waard! De groote droge plekken, die voorheen onder water stonden, zijn nu des zomers broedplaatsen van vogels geworden, wier duizenden eieren te aanschouwen een lust der oogen is.

De gulle en hartelijke bevolking van het dorp is in hart en nieren Oranje-gezind. Neem maar eens een kijkje op ’n Oranjefeest. ’t Heele dorp viert feest; alle bedrijven staan stil, zelfs ’t zoemend geluid van den graanmolen zwijgt. Ook bij ’t huwelijk onzer Kroonprinses bleek dit nog zeer duidelijk. ’t Geheele dorp was in vlaggentooi, waardoor het zijn liefde en aanhankelijkheid tot uiting bracht.

A.Ozinga.

 

PS. Waar de graanmolen heeft gestaan is niet duidelijk, maar het kan ook fantasie zijn.

 

 

Index pagina

Vorige pagina

 

Histoarysk Wurkferbân Wűnseradiel