De verdwenen biezencultuur in het IJsselmeer |
Artikel in "Vanellus", 23e jaargang nr. 4, juli- augustus 1980 blz.101/102. Schrijver onbekend. |
|
Buiten de rietzoom rondom de waarden vestigden zich na 1932 in het IJsselmeerwater de ruwe bies en de (driekantige) zeebies. De ontwikkeling van biezen uit zaad verliep vooral in de wat diepere delen van het water moeilijk. Hier kwamen de kleine zw
anen te hulp: De zwanen woelden de bodem om op zoek naar o.a. de wortels van het fonteinkruid. Van de biezen werden daarbij wortelstukken losgerukt, die vervolgens afgleden naar diepere gedeelten en zich daar vestigden. De kleine biezenpollen breidden zich uit en sloten zich gedeeltelijk aaneen tot een waar biezenveld. Over het algemeen schoot deze biezensoort in lengte tekort en was daardoor voor de handel oninteressant. Bij gebrek aan beter heeft men vlak na de tweede wereldoorlog vanuit Genemuiden de percelen met de langste biezen geoogst. Hierna verloor men weer alle belangstelling voor de resten van dit miezerige product op de waarden. |
Hielke Leffertstra uit Workum (links) en Pier van Kalsbeek uit Gaast (rechts) zijn twee van de planters. Zo kwamen er in de loop van de jaren in het vette slik van de oude Zuiderzee langs de Sottumergeul 10 ha biezen bij. De biezen vormden een uitstekende broedplaats voor futen en dodaarsjes. Het is al weer zo"n twintig jaar geleden dat de eerste biezen hier werden geplant. Sindsdien is er wel het een en ander veranderd en zeker niet ten goede. |
Voer men toen door de Sottumergeul in "n bootje , volgeladen met biezenstekken, dan zat de aanhangmotor om de haverklap verstopt met fonteinkruid. Nu kan men er varen zo men wil en verwondert zich bij het zien van een waterplant. In de "IJsselhammer" van maart 2004 komen we het volgende, door ons ingekorte, artikel tegen. Alle bewoners van laagland kennen het watergewas biezen. Al vanaf 1550 waren biezen een exportproduct. In zout water groeiden de sterkste biezen. Nadat in 1920 de Afsluitdijk gereed kwam was het niet alleen het einde van de zoutwatervisserij, maar ook van de biezenteelt. Voor de afsluiting waren de groeiomstandigheden aan de Zuiderzeekust uitstekend. Zoetwaterbiezen waren door de mattenmakers minder goed te gebruiken. Biezen worden handmatig gesneden en het hoeft geen betoog dat het zwaar werk was. Men begon al om vier uur in de ochtend. Men stond tijdens het snijden de gehele dag tot zijn heupen in het koude water, gewoon in oude kleren, maar als het water kwam opzetten dan stond men tot de middel in het water. Het snijgereedschap was een soort miniatuur zeis. |
Enkele armen vol biezen vormen samen één bos en deze worden met enkele biezen bijeen gebonden. De snijder laat de bos drijven en na een poosje worden deze verzameld. Thuis maken de vrouwen de bossen weer los en spreiden ze uit over het land in een waaier. Het droogproces mocht niet te snel gaan want dan braken ze, maar ook niet te langzaam want dan kreeg men schimmelvorming. | |||
|
Tegenwoordig gaat het drogen professioneler. De biezen worden op het land op driepootruiters gezet. |
Bij de latere mattenfabrieken gebruikt men speciale hekwerken. De droogtijd is ongeveer 6 " 7 weken. Wikipedia geeft nog wat nadere informatie Biezenvelden worden aangelegd op onbegroeide zandbodem in ondiep, stilstaand of getijdenwater. De mattenbies groeit in zoet water, de ruwe bies in brak water. Men plant de scheuten in april en mei om een stevige worteling voor als het water ruwer wordt. De jonge scheuten plant men met de hand. Men oogst eens in de drie jaar. Voor eind augustus moeten alle biezen binnengehaald zijn, daarna neemt de kwaliteit af. Omdat het snijden in de zomer gebeurde hadden de snijders veel last van muggen en ander ongedierte. Ze smeerden hun gezichten vaak in met modder. De zeebies of heen (latijnse naam: scirpus maritimus) is een grasachtige soort binnen de familie van Cypergrassen. Deze bies komt voor in brak water, kwelders en op plaatsen waar de grond nog verzilt is. Zeebies herkent men aan de driekantige stengel en de uit compacte hoofdjes bestaande bloeiwijze. Ondergronds bezit de plant ronde, houterige knollen waarin de voedingsstoffen liggen opgeslagen. Deze knollen zijn een belangrijke voedingsbron voor de grauwe ganzen. Een overstroming met puur zeewater verdraagt de plant maar kortstondig. |
De zeebies of heen
Ondergronds, ronde |