Doleantie in Gaast-Ferwoude aan het eind van de 19e eeuw. Inleiding: |
± 1910 links: rechts: |
Beschouwing van de doleantie in de
Christelijke Encyclopedie: In 1883 werd in Amsterdam een conferentie gehouden van vertegenwoordigers van kerkenraden, waarin uitgesproken werd, dat het kerkverband mocht worden verbroken als de gemeenten daardoor belet zouden worden in overeenstemming met haar belijdenis te leven. Ondertussen kwam de verhouding tussen gemeenten en synode nog verder onder druk te staan toen Abraham Kuyper in 1880 met een aantal medestanders de Vrije Universiteit (VU) had opgericht. De daar opgeleide predikanten stonden niet onder invloed van de drie rijksuniversiteiten en de universiteit van Amsterdam. De synode echter wees in 1885 nogmaals ieder vrije opleiding af. In 1885 richtte Dr. Ph. J. Hoedemaker, dominee in Amsterdam, een
schrijven aan de kerkenraden, die het belijdend karakter der Kerk
wilden handhaven, om snel te besluiten
tot: De spanningen kwamen tot uitbarsting door de attestenkwestie.
Toen de kerkenraad zich daarop tegen een ingrijpen van hogerhand
wapende door de plaatselijke bezittingen direct onder zich te
brengen werden door de kerkelijke besturen ongeveer 80 voorstanders
geschorst. Eind 1886 volgde een definitieve ontzetting uit het ambt.
Nog voor het einde van het jaar braken Kuyper en de zijnen met
de hervormde organisatie en vormden een nieuwe kerkenraad.
dat hij de afwerping van het juk der synodale hiërarchie voor plichtmatig houdt, voor ieder die het koningschap van Jezus in zijn kerk wil eeren. De uitgetreden gemeenten betitelden zich als ‘kerken’ en als
‘dolerenden’ (d.w.z. klagend). Ze beklaagden zich over de gang van
zaken in de Hervormde Kerk en in het bijzonder over het
verlies van hun goederen. De Hoge Raad bepaalde in 1888
definitief dat de goederen bij de Hervormde Kerk bleven. |
Dorpsboeken: In het Gaaster dorpsboek lezen we het volgende: In het dorpsboek van Ferwoude lezen we het volgende over deze
scheiding: Dominee J. Eringa van Spannum was predikant van Gaast-Ferwoude van 1884 tot 1888 en vertrok vlak voordat de Gereformeerde kerk van Gaast en Ferwoude werd gesticht in 1889. De doleantie zal ook de oorzaak zijn geweest dat Gaast-Ferwoude tot 1895 vacant is gebleven. Er waren gewoon te weinig rechtzinnige hervormde dominees (kandidaten). Op 26 februari 1889 werd tot stichting van de Gereformeerde Kerk Gaast-Ferwoude besloten en dit was tevens de vorming van de laatste gereformeerde of dolerende kerk in deze omgeving. De gekozen ouderlingen waren L. Cramer van Ferwoude en Klaas Reinsma van Gaast. Tot diaken Gerrit P. Miedema en K.S. Heins, deze twee broeders kwamen uit Gaast. Op 12 mei werden zij in het ambt bevestigd en op 17 mei was de eerste kerkeraadsbijeenkomst. Vanaf die datum is er in Gaast en Ferwoude sprake van een ‘lytse’ en een ‘grutte’ ‘tsjerke’. Het aantal Ferwoudsters was bij de stichting niet groot, daarom een kombinatie met Piaam-Skuzum om een dominee te kunnen beroepen. De eerste diensten werden in de schoolkamer van de nieuwe openbare school van Gaast gehouden, deze werd later door aankoop van de gemeente omgebouwd tot een echte kerk. Een laatste oproep via een
circulaire: |
Aan de leden der
Hervormde Kerk te Gaast en
Ferwoude. L S! Als
Uwe medebroeders, als lidmaten van één Kerk, der Kerk van onzen Heere
Jezus Christus te GAAST EN
FERWOUDE, gevoelen we ons verplicht en gedrongen een woord te richten tot allen, die leden
zijn der Hervormde Kerk alhier. Onze Kerk is het eigendom van Hem, Die
door den Vader tot Koning van Sion is gezalfd. Hierin is haar voorrecht
maar ook hare roeping gelegen. De
Kerk heeft in dien Middelaar al de schatten van ’t Verbond der genade,
maar is nu ook verplicht uit die schatten te leven. Zij heeft die
Verbondsbeloften, maar is ook verplicht in Verbondsgehoorzaamheid te
leven. Omdat de Kerk in den Middelaar het verbond heeft, daarom heeft zij
van Godswege recht op de zuivere bediening van het Woord Gods en van de
Sacramenten; maar ook recht er op om naar de instelling des H. Geestes
enkel door Opzieners en Armverzorgers bestuurd en verzorgd worden; en
eindelijk niet minder recht er op, dat die ambtsdragers alleen buigen voor
het Woord des Heeren en in hunnen dienst verordeningen houden, die de
Heere in Zijn Woord gegeven heeft. Voor de Kerk geldt geen ander Woord dan
Gods Woord; gelden geen andere ambten, dan die den Heere deed instellen;
geen andere verordeningen, dan die de H. Geest heeft gegeven en die in het
Woord van God zijn neergelegd. Dit
is het recht der Kerk van Christus, maar aan dit recht is een heilige
verplichting verbonden. Zij moet onderhouden alles wat Christus haar heeft
geboden. Naar Jezus Christus alleen moet zij in alles hooren. Zij moet
leven onder des Heeren Woord, onder Zijne ambtsdragers, onder Zijne
verordeningen. En het is zonde voor God, indien zij erkent en blijft
erkennen ambtsdragers die weigeren onvoorwaardelijk te bukken voor hare
Koning en voor ’s Konings
Woord. En
wat is nu in de kerk van GAAST EN FERWOUDE lange jaren
geschiedt? Hare
ambtsdragers hebben het hoofd gebogen onder verordeningen, die Gods gebod
krachteloos maken. De Kerkeraad heeft haar bestuurd naar reglementen, die
strijden met Gods Woord, terwijl toch ook de Kerkeraad in deze Kerk
geroepen was, dat te doen naar Gods Woord. En
wat hebben wij als belijders van den Heere Jezus Christus gedaan? Wij
hebben in deze zonde gedeeld. Wij hebben geslapen in stêe van te waken.
Wij hadden de zonde in de regeering der Kerk veel eerder moeten belijden
en wegdoen; en dat hebben wij niet gedaan; wij bleven slapen en waren
tevreden, zoo wij het nog maar stellen konden. Om
den wil des Heeren, om ’s Heeren eisch, die vertreden wordt; om de eere
des Heeren, om het recht des Heeren bekommerden wij ons
niet. Daarom
is die jammer over onze Gereformeerde Kerken en zoo ook over onze Kerk
gekomen, dat het recht des Heeren in Zijne Kerk nu openlijk geloochend
wordt door hen, die de Kerken zouden besturen. Het recht van Zijn Woord;
het recht der belijdenis; het recht der zuivere Kerkregeering wordt
geloochend. Het recht van den Christus, het recht Gods wordt direct
aangetast. In de Kerk heeft ieder recht, behalve de
Heere. Voor
dezen gruwel ging in ons dierbaar Vaderland veler oog open en door Gods
genade kregen ook in ons midden velen oog voor de zonde der Kerk. Enkele
broeders hebben zich niet op eigen gezag, maar met het gezag aan Gods
Woord, tot den Kerkeraad onzer Kerk gewend en hem gevraagd, met verwerping
van den goddeloozen regel van Kerkregeering, die tot heden gevolgd werd,
tot den regel des Woords, tot de Gereformeerde Kerkregeering, tot de
ordeningen des Heeren terug te keeren. Tot drie malen toe ontving de
Kerkeraad een daartoe strekkend verzoek, maar de Kerkeraad had niet eens
de beleefdheid met een enkele letter schrifts te
antwoorden. Zoo
zijn wij dan door den Kerkeraad zelf geplaatst voor de keuze tusschen den
Kerkeraad en den Heere. Die keuze is smartelijk naar niet moeielijk.
Immers, wij mogen den Immanuël niet loslaten; want Gad heeft Hem tot
Koning over Sion gezalfd; naar Hem moeten wij hooren. Onze Kerk moet een
Kerkeraad hebben, die de kerk naar de ordeningen van den Koning der Kerk
bestuurd. Een
zoodanigen Kerkeraad te roepen is niet alleen het recht der geloovigen,
maar het is hun plicht tevens, het is slechts een daad van
gehoorzaamheid. Het
is daarom dat wij U uitnoodigen Dinsdag 26 Februari ’s avonds 7 uur, in
het vroeger schoollocaal te GAAST met ons te vergaderen om te vernemen of
gij onze overtuiging deelt, en, zoo ja, om dan onder aanroeping van de
naam des Heeren om te zien naar mannen, die onze Kerk in ’t ambt naar den
eisch des Heeren wenschen te dienen. De Heere is onze Rechter, de Heere is
onze Wetgever, de Heere is onze Koning; Hij zal ons
behouden. Uwe
medebroeders en medeleden van de Kerk van Gaast en
Ferwoude, R.
de VRIES. Gaast
en Ferwoude,
K. HEINS. 18
Febr. 1889
P.W. de VRIES. L.
CRAMER. |
Onder dit schrijven staat de volgende, met de hand
geschreven, vraag: Opm.: |
De genoemde broeders onder dit schrijven: Klaas S. Heins, geboren 10 augustus 1844 te
Gaast en overleden 18 april 1910 te Gaast was getrouwd met Antje
Bootsma, geboren 10 december 1837 te Workum en overleden 24
juni 1909 te Gaast. Lucas Jans Cramer, geboren 23 augustus 1818 in Duitsland, is overleden in de gemeente Gaasterland op 17 maart 1896. Tijdens de doleantie woonde hij bij zijn dochter Antje in als weduwnaar. Antje is geboren op 26 december 1859 te Hommerts en getrouwd met Eeltje Douwes Jorritsma geboren in Arum. Deze laatste had in Ferwoude een boerenbedrijf. Na de oprichting van de gereformeerde kerk in 1889 is het gezin met grootvader in november 1892 naar Workum vertrokken. In het archief wordt vermeld dat Lucas gereformeerd was, maar dat zijn dochter en haar gezin hervormd waren. Dit kwam meer voor in gezinnen uit die tijd, men las soms ook verschillende kranten gericht op hun eigen godsdienstige overtuiging. Pieter Willems de Vries, geboren 1 augustus 1829
te Gaast, koopman en overleden op 24 december 1901. Hij was getrouwd
met Neeltje Huitema, geboren 15 mei 1836 te Jutrijp. Inwonend
was Neeltje haar moeder, Anskje Feenstra, geboren 26
februari 1802. Zij was weduwe. Bij alle drie wordt vermeld dat ze
gereformeerd waren en er worden geen kinderen genoemd.
Ruurd J. de Vries, geboren 5 juni 1863 te Gaast is een zoon van Jelle en Tetje. Het gezin bestond tijdens de doleantie uit: de moeder van Ruurd, Tettje Nadema en Jikke de Vries, een zuster van Ruurd. Ze waren smid in Gaast. Na het huwelijk van Ruurd in 1892 is Jikke naar Makkum vertrokken. De genoemde drie werden als gereformeerd genoteerd, terwijl Aagje en de latere kinderen van Ruurd en Aagje als hervormd te boek staan. Huwelijksakte Workum, 1892 Bovenstaande personen waren de ondertekenaars van de circulaire, maar Gerrit P. Miedema uit Gaast wordt in het voorgaande als diaken in de nieuw gevormde gereformeerde kerk genoemd. Gerrit Miedema, die in het dorpsboek van Ferwoude, Gaaster wordt genoemd is in het wijkboek van Gaast niet te vinden. Wel vinden we meer gegevens over deze Gerrit bij Tresoar. Geboorteakte Wonseradeel, 1843 Huwelijksakte Wonseradeel, 1869 |
In de Leeuwarder Courant van 23 mei 1889, een week na de bevestiging van ouderlingen en diakens, staat in het kerk- en schoolnieuws de volgende alinea: |
|
Na
in het ambt bevestigd te zijn door ds. R. Brouwer, van Makkum, heeft de
kerkeraad der Ned. Ger. Kerk van Gaast en Ferwoude in een
vergadering op 17 mei besloten te breken met de synodale organisatie van
1816, en weder kracht en geldigheid te verleenen aan de Dordsche
kerkenorde. |
Een voorbeeld uit de dagelijkse praktijk in Gaast:
Tot slot: |
|
||
Histoarysk Wurkferbân Wûnseradiel |