GAASTER HOOGVELD |
![]() |
Een citaat uit ‘de Friesche Kleihoeve’ van Dr. Obe
Postma: In dit gebied had men te Gaast rond 1700 nog de groote meenschar “o p h o o c h f e l d t” ten Noorden van de Gaaster vaart gelegen en zich uitstrekkende langs de IJmerens vaart, waarin gedurende de 17e eeuw dikwijls scharren verkocht werden; deze werd verdeeld in 1702 op initiatief van den grietman Tjaard van Aylva, die medeeigenaar was. Het hoogveld was toen ruim 88 schar groot of wel 73 pondemaat 10 einsens 13 penning 5 voet. Waarschijnlijk waren er toen 15 eigenaars. | |
![]() |
Enkele eigenaren van de percelen op bovengenoemde kaart
met kadastrale gegevens uit
1832. Bijzonderheden op deze kaart: Opmerking: |
![]() |
Tegenwoordig, in2012, zijn de landerijen gemaakt zoals op de satellietfoto van Google is te zien. De landerijen zijn hier en daar te vergelijken met de kadastrale kaart uit 1832. De Zandlaan is onderaan, links van het midden. De watermolens zijn verdwenen en vervangen door gemalen met meer capaciteit, die dan ook een groter gebied bemalen. |
Landmeting Hoogveld uit 1760 In het archief van de voormalige gemeente Wûnseradiel komen we de volgende getekende kaart uit 1760 tegen. Het betreft hier stukken land van verschillende eigenaren, die door landmeting opnieuw zijn opgemeten en vastgelegd. Om de geschreven archieftekst beter te kunnen volgen is niet altijd de letterlijke tekst overgenomen, maar aangepast aan onze leesstijl. De landgrootte van 1702, zoals deze bij Dr. Obe Postma is aangegeven bij de inleiding en van onze kaart uit 1760 kunnen we niet vergelijken omdat in het tijdsverschil van 60 jaar er regelmatig wijzigingen en overdrachten hebben plaatsgevonden. Het betreffende archiefstuk begint met de volgende titel op het voorblad: |
![]() | |
![]() |
![]() |
De getekende kaart en een paar details.
De molen is duidelijk van het type spinnekop. Het stempel is van de provincie Friesland en geeft het document rechtsgeldigheid. Otto Gielstra van ‘âld Makkum’ inventariseert het archief van de oude gemeente Wûnseradiel en kwam deze tekening tegen. De bijbehorende tekst uit hetzelfde archief verschaft ons duidelijkheid over het nut en doel van deze landkaart. |
![]() | ||
De tekst op de kaart is niet al te duidelijk geschreven, vandaar dat we de tekst hebben uitgetikt en de kaart hebben voorzien van rode letters om deze tekst te duiden. Verklaring van enkele woorden: (a) Ten Westen |
||
|
Enige aantekeningen bij de namen, genoemd op de
voorgaande tekening en lijst. |
|||
|
(z)> Hobbe van Aylva was ongehuwd. Majoor van het |
![]() | ||
(u)> Anske
Scheltes, afkomstig uit Bolsward. (u)> Jantjen Durks
Bangma, vrouw van Anske Scheltes.
Overleden 16 februari 1810 te Sneek. Opm. De overledene was gehuwd, het
overlijden werd aangegeven door Jeltje Bangma. Geboren te Gaast,
Sitse. Gedoopt op 26 februari 1755 in Makkum RK. Zoon van Pieter
Sitses en Boetjen Boues. (t)> Hijlke
Sanes (van der Zee) wo. Gaast van 1755-1768. Man van
Wytske Hoytes. Zijn 1ste huwelijk ( met attestatie
afgegeven, 24/12-1755) met Wytske Hoytes, die
afkomstig is van Workum (e)> Düattie
Düercks. |
||
Het archief vertelt ons het volgende: Voor de 7 eigenaren van Het gemeen C (de
gemeenschappelijke weide) blijft dus
over: Dit was de bestaande situatie voor 1760, maar door landmeting en
nieuwe vlaktematen krijgen we andere getallen. De vlaktemaat
eins doet zijn intrede als 20 penning en is
ongeveer 300 m². |
||
De opsteller en tekenaar Rintje Reins van
dit geschrift heeft op meer plaatsen in Friesland geschriften
gemaakt. Zijn naam komt voor bij de kaartenverzameling van het
Rijksarchief Friesland. Rintje Reins begint het geschrift met: De ondertekening geschiedt op 16 maart 1761 te Makkum, door Jan Fokkes, Djurre Poulüs, Jan Monsma, Rintje Reins en de secretaris H.W.W. Wiarda. Tot slot: Verklaringen van het woord MEENT zijn: Cassandra had ook een idee over de Meent |
||
|