1948 |
Inleiding: Wie was deze Folkert de Witte?
Vader Meine is twee weken voor de geboorte van zijn dochter Johanna plotseling overleden, 9 juni 1930. Dit was voor het gezin een groot drama. De kinderen waren jong en de familie moest de boerderij verlaten. Ze kregen in Gaast een woning van de diaconie naast het oude schooltje bij het kerkhof. Auke en Johanna werden tijdelijk bij familie ondergebracht. |
Een foto van Folkert uit het Gaaster Dorpsboek (blz.96) en dat van Ferwoude (blz.26) als lid van de Hervormde jongelings- en meisjesvereniging op het jaarfeest in maart 1938. We komen niet in Drachten , 1 oktober 1984, op de leeftijd van 63 jaar en begraven op de Zuiderbegraafplaats aldaar. In de Leeuwarder Courant van 3 oktober 1984 staat de volgende
advertentie: |
||
Uit de oproep van zijn zoon Meine weten we dat hij als Chauffeur Verbinding bij de Staf Compagnie 1-9 RI, Bataljon Friesland heeft gediend. Blijkbaar was hij een goed chauffeur en is als buschauffeur |
De andere geboren 14 augustus 1927, zoon van Anne en Broerkje de Boer. De andere familieleden zijn: Douwe, Durk, Klaas, Lijcheltje en Melle. Dooitze is vele jaren bakker in Gaast juni 1925, zoon van Dooitze en Berber de Boer. De andere familieleden zijn: Douwe, Tjitske, Melle en Klaaske. Werkzaam bij april 1927, zoon van Joost en Jitske Bijlsma. De andere familieleden zijn: Gabesche, Jelle, Johannes en Grietje. Als timmerman heeft Jarig bij Draaisma in Makkum juli 1920, zoon van Johannes en Jacoba Hengst. De andere familieleden zijn: Tjerk, Trijntje, Elisabethus en Luitjen. Willem van Durk Smink, geb. 14 aug. 1900 en vertrokken naar Workum. Ze woonden aan de zeedijk tussen Ferwoude en Workum. Jochum werd na zijn terugkeer elektricien. zoon van Jochum en Margje Oenema. Oene is na terugkomst in Nederland beroepsmilitair geworden. De andere gezinsleden zijn: Jochum, Mintje en Wietsche Op internet, bij Tresoar en het Vergeten Leger,
|
Tweede Wereldoorlog. In de periode na 1945 werd door de
wilden niet dat het Nederlandse bestuur terugkeerde. Maar de
opgeven. Dit leidde tot gewelddadigheden. Er werden veel
Nederlandse soldaten naar het strijdtoneel gebracht om de
opstanden te onderdrukken. In de vier en een half jaar na de Tweede
als resultaat. Het Nederlandse leger bestond uit diverse
Bataljon Friesland. Bataljon Friesland Prins Bernhard sprak na de bevrijding van Friesland, in april 1945, in hotel De Klanderij in Leeuwarden. Hij vroeg hoeveel Friezen herstellen. Met ingang van 16 september 1945 werd het eerste bataljon van het negende Regiment Infanterie (1-9 R.I.) gevormd door Binnenlandse Strijdkrachten uit de provincie Friesland. Majoor E. Wiersma kreeg de taak de soldaten op te leiden. Na een intensieve training vertrok het bataljon in november met de het Maleis konden de soldaten zich redelijk uitdrukken op Malakka waar nog een 'tropentraining' gehouden werd. De teamgeest en het bataljon langer bijeen was. |
Op 16 september 1945 werd te Fochteloo het OVW bataljon 1-9 R.I. opgericht uit personeel van de voormalige BS Gewest Friesland. Bij de oprichting werden de rood/wit/blauwe geweven armbandjes FRIESLAND ingevoerd, dat reeds door de BS op de overall werd gedragen en vervolgens door het bataljon werd overgenomen. Er is daardoor ook nooit behoefte geweest aan een bataljonsembleem. | ||
In chronologisch volgorde de gebeurtenissen:
Opgericht: 19 sept. 1945 te Fochteloo Vertrek uit Engeland: 8 nov. 1945 te Wokingham Vertrek naar Malakka: 29 dec 1945 in Ipoh Aankomst in 29 maart in Batavia Daarna onderdeel van: T.T.C. West-Java, T.T.C. Midden-Sumatra Ingedeeld bij: V-brigade (B-divisie) Actiegebied: Tjimahi, Bandoeng, Poerbalingga e.o. Commandant: Res. Lt.Kol E. Wiersma Gerepatrieerd: Rotterdam: 14 juli 1948 Omgekomen: 29 man. Op onderstaande gedenkplaat staan 30 namen. |
||
OVW-bataljon 1-9 RI is voortgekomen uit de Binnenlandse Strijdkrachten van Friesland. De V- Brigade nam de sector Bandoeng over van de Britse 49e Indian Brigade. |
mei 1948, Bandoeng, tweewekelijks. | ||
De taak begint Opnieuw actie? Naar Poerbalingga Overdracht en demobilisatie |
Enkele foto's behorende bij genoemde
gebeurtenissen. |
Afscheidsparade op het Zaailand te Leeuwarden, 26 oktober
1945. |
Afscheid van de doden |
| ||||
Tigerlanekamp 11 Maart 1946 Auke en Willem
weten, en ze zullen ons wel achterna komen denk ik, als we tenminste
wel en ze zijn er nog al gemoedelijk onder, het vervelenste is dat ze zo
geschreven, maar nu zal ik proberen om Uw vragen zo goed mogelijk te
beantwoorden. Om nu precies
onze eerste indruk weer te geven dat is wel een moeilijk ding en moet
eigenlijk door je zelf beleefd zijn, wel kan ik zeggen dat we met
verwondering en verbazing zagen naar deze natuurpracht, dat eigenlijk al
bij Gibraltar begon en langzaam overvloeit naar de echte tropen, en als je
er een poosje bent geweest dan aanvaar je het ook al weer als iets
style='FONT-SIZE: 10pt; FONT-FAMILY: "Lucida Calligraphy"; mso-fareast-font-family: "Times New Roman"; mso-bidi-font-family: "Times New Roman"; mso-fareast-language: NL'>anders
niet, 7 uur dan is het donker en dan zie je die heldere sterrenhemel en
verder die doodse stilte alleen onderbroken door het gepiep der krekels en
als je er lang en ingespannen naar luistert dan zwelt het aan tot een
eerst dan heeft het iets drukkends als je daar zo tussen de bergen en de
bossen staat, maar verder kun je intens genieten van de schone pracht die
een tropennacht je bied, zo
heerlijk koel en dan die lucht van de eeuwig groene bomen en bloemen, dit
moest eigenlijk ieder mens kunnen meemaken meester om te zien hoe prachtig
Gods schepping is, mar dat is nou eenmaal niet voor iedereen weggelegd.
Nou en die temperatuur was eerst wat ongewoon en de een die kon er ook
beter over dan de ander en er zijn er ook die er helemaal niet over kunnen
de ene kant en van de andere kant ook al weer snel, de Rode Zee was onze eerste kennismaking en dat is
daar hebben omgedobberd zijn we aardig gewend, je zweette je natuurlijk
aan water (en nu nog alle dagen maar daar blijf je juist fit van, je hebt
hier natuurlijk veel vlugger wat dan in Holland, dat wil zeggen, zweren en
zo omdat je bloed eerst nog kikkerbloed was, en er waren nogal eens een
paar zieken en hoofdpijn, maar dat wordt zoetjesaan beter, de training
vergde eerst nogal wat van ons, en er ging wel eens eentje tegen de vlakte
door de inspanning maar dat nu ook O K. Het
wordt nu met de dag warmer omdat de regen nu ophoudt, de temperatuur is
drukkend zoals het nu wel eens is door het vele vocht, dus dat zal ook wel
weer gaan. Ja we zitten hier niet slecht al is het b.v. in Singapore nog veel koeler door de zee, maar we
hebben hier bijna geen moerassen en daardoor ook weinig muskieten zodat we
nog maar een stuk of 4 malariagevallen hebben, maar ja als we straks eens
in Soerabaja komen dan wordt dat vast niet
beter, dat staan bekent als ongezond door zijn vele moerassen en wat dat
betreft gaan we er vast niet op vooruit en zullen dar ook wel meer zieken
werkelijkheid wordt en er moet nog geknokt worden, dan is dit nog maar
kinderspel omdat je hier in dit terrein dat ook behoorlijk moeilijk is,
ontberingen en dergelijke dingen maar enfin meester daar zullen we ook wel
verloopt. Nou,
de uitrusting daar zal ik niet te veel over schrijven, dat is in het
nieuwe Ned. leger nog steeds een fiasco geweest, in Engeland zouden we
toen nieuwe uniformen hebben die we lekker nooit gehad hebben, en hier
hoofddeksel hebben we ook nog niet gehad, ze hebben al zo vaak gezegd dat
we wat zouden hebben dat steekt niet zo precies, normaal hebben ze hier 6
oefenmateriaal maar we krijgen voordat we weg nog nieuw materiaal. We
ponders, 4 per battaljon, deze zijn natuurlijk voor alle doeleinden
vlakbaan en draagt een 5 kilometer. De mortieren is krombaan en draagt 3
kilometer en geeft alle soorten granaten af (snelvuur). Verder nog de
Piat, ook voor pantser, ik denk dat u die wel zult kennen, ook een
prachtwapen. Dan heeft iedere sectie de Bren, en per peleton een anderhalf
inch mortier. die ook door de
pareschutisten werd gebruikt en die een paar kilometer draagt. Nou, dan is
er het verbindingspeleton, radio en telefoonverbindingen waar ik bij
geplaatst ben meteen als chauffeur op de radiowagen. Dit is een
interessant werk, seinen en uitzenden per draadloze, enfin u hebt die
gaat. Het
soldy is ons tot nu toe niet meegevallen, we zouden kamptoelage en
duurtetoelage hebben, maar nog nooit gezien natuurlijk, ik heb momenteel
40 gulden per maand, en dan nog kostwinnaarsvergoeding dat naar huis gaat
maar nog nooit is aangekomen, nou u weet wel wat voor zaakje dat daar is
in Holland en zult daar wel genoeg van gehoord hebben. Nou, je kunt hier
koope ben je 2 gulden kwijt, nou dan weet u het wel, ik ga niet vaak naar
de stad omdat daar niets te beleven is, maar er zijn er die er vaak komen
fototoestel betaal je hier een 75 gulden voor, maar ik zal toch proberen
besteld maar die zijn er jammer genoeg nog
niet.
Nou
meester, ik ga er een punt aan draaien, ik heb al heel wat gepent, jullie
hoor nu net dat er 2 groene uniformen per man zijn aangekomen we worden
dus weer dandy. Meester ik hoop dat u deze brief in gezondheid ontvangt en
deze kant eens uitkomt dan bent u welkom. Met veel hartelijke groeten en
een stevige poot van Uw toegenegen
P.S.
Ook Han |
| ||||||||
Het OVW-bataljon 1-9 RI is voortgekomen uit de Binnenlandse Strijdkrachten van Friesland. Via Engeland, waar het bataljon werd voorzien van de noodzakelijke uitrusting, vertrok het bataljon Command (SEAC), de admiraal Mountbatten, vanaf 2 november 1945 een landingsverbod op Java en Sumatra voor Nederlandse troepen had ingesteld werd er uitgeweken naar Malakka. Dit verbod is in maart 1946 opgeheven. Eind maart 1946 debarkeerde het bataljon te Batavia. Op 10 april werd het verplaatst naar Tjimahi, waar de V-Brigade de sector Bandoeng overnam van de Britse 49e Indian Brigade. Een dag na aankomst voerde het samen met Inf.V.KNIL de eerste actie uit noord van Tjimahi. Hierna volgden meerdere acties zoals op 6 juni een grote 'sweep' oost van Bandoeng, op 17 juli een grote actie naar het zuiden, gericht op TRI hoofdkwartieren te Bandjaran en Soreang en in september wederom een actie ten oosten van Bandoeng. Tevens werd er veel gepatrouilleerd om het bezette gebied te controleren. Op 28 maart 1947 was het bataljon geconcentreerd in Bandoeng voor een intensieve training voor taken in V-Brigade verband met andere onderdelen zoals luchtmacht en huzaren. Op 22 juli 1947 begon voor het bataljon de 1e politionele actie. Het bataljon was ingedeeld bij de 'Bliksembrigade'. Deze colonne met een lengte van zo'n 70 km die samengesteld was uit ongeveer 1400 voertuigen bereikte aan het eind van de eerste actiedag Lebakdjatie. De dag daarna stormde de colonne via Soemedang, Kadipaten naar Cheribon. De 4e cie zette de opmars door naar Losari en Brebes. Op 27 juli, nadat Cheribon was overgedragen aan de W-brigade, was het bataljon geconcentreerd te Slawi voor de doorstoot naar het zuiden over de goenoeng Slamet. Op 29 juli zette de colonne de gewaagde opmars via Belik en Bobotsari in naar Poerbalingga. Daar de V-brigade marsvaardig moest blijven voor eventuele verdere acties bleef het bataljon (minus de 3e cie gelegerd te Poerwaredjo en het vliegveld Wirasaba) geconcentreerd in Poerbalingga. Hierdoor kon de omgeving niet gezuiverd worden. Maar eind augustus trok het bataljon naar buiten en had posten te Boekatedja, Bobotsari en Soekaredja. De komende tijd zou zeer zwaar worden en vele acties werden gelopen zoals op 10 september de herbezetting van Belik, 15/18 september actie "West" richting Bandjar, 18 november actie richting Bandjanegara. Eind 1947 kon de patrouille activiteit verminderd worden. Na de wapenstilstand op 17 januari 1948 trad er een periode van rust in. Op 27 april werd het bataljon afgelost. Op 7 juni vertrok het bataljon naar Batavia om te
|