De Bile fan Mackom
 

 

 

 

 

 

De bile fan Mackom

Op 7 december 2010 kwam het voltallige college van B&W van  Wûnseradiel naar het waaggebouw om de historische bijl aan de stichting Ald Makkum te overhandigen.
Onder grote belangstelling van de pers nam vrijwilliger Hendrik van der Veen de oude Makkumer sierbijl in ontvangst.
Over gebruik of doel van deze bijl is jammer genoeg weinig bekend. De enigszins dreigende inscriptie: 'Hy die deze Byl aentast, aentast het gereght van Mackom' werkt ook niet echt mee. Feit is dat de bijl een vaste plaats had in het onderkomen van de sluis- en havenmeester en  mogelijk tot diens attributen behoorde. In 1890 had de bijl een eigen plaatsje in de Hoofdwacht. De bijl was toen onder bewaring van David Babois, op dat moment de pachter van de sluis- en havengelden (D.K. Feenstra in 1950).

In november 1950 trof een journalist van de Leeuwarder Courant de bijl aan in de houten keet bij de sluis. De Hoofdwacht was in 1934 verbouwd tot visafslag en de noodkeet diende directeur Gijsbert Reijns tot kantoor. Deze vertelde dat de bijl honderden jaren oud was en gedragen werd door de Makkumer sluiswachter. Niet alleen als teken van waardigheid maar ook als gezagsapparaat. De journalist maakte hier het doorkappen van trossen van onwillige schippers van. Eerder lijkt het dat het wapen werd gebruikt als een schipper tijdens het schutten te laat was met het vieren van de trossen en het schip dreigde te blijven hangen in de sluis.

Omstreeks 1930, de bijl was lange tijd spoorloos geweest, werd hij teruggevonden door bejaarde Tjeerd Kingma. Deze had vernomen dat de bijl zich op de zolder van het gemeentehuis te Witmarsum bevond en zond iemand om het terug te halen naar Makkum (reactie van zoon Gerrit Kingma op het LC-artikel uit 1950).

  

Mijn vermoeden is dat de inscriptie uit deze periode stamt. Het was de tijd van de grote historische spektakelstukken op Koninginnedag onder regie van notaris Sjirk van de Burg. Mogelijk is de bijl hierbij gebruikt. Van der Burg, zeer aktief binnen het Frysk Selskip, zou dan ook verantwoordelijk zijn voor het bord beschilderd in de kleuren blauw-wit met pompeblêden waarop de bijl vanaf die tijd is bevestigd. Notaris was ook de eerste die de Friese vlag demonstratief uithing tijdens festiviteiten. Vanaf 1900 kunnen we op de foto's zien dat zijn voorbeeld steeds meer navolging kreeg.

Obe Postma, de dichter-historicus afkomstig van Cornwerd, reageerde in 1950 op het artikel in de LC. Hij schreef: de woorden op de bijl lijken mij wel extra parmantig. Een eigenlijk gerecht had Makkum toch niet; het was geen stad. Er was natuurlijk een dorpsrechter, maar deze was niet veel meer dan een dienaar van de grietman en zal zich niet als 'gerecht van Makkum' hebben durven betitelen. Zijn conclusie: de spreuk zal wel opgesteld zijn door de Gecommitteerden van Zijl en Waag.

Nu had Makkum wel degelijk een eigen bestuur, alleen is van die administratie weinig bewaard gebleven. Van de Gecommitteerden van Zijl en Waag bevinden zich wel vier z.g. rekeningboeken in het gemeentearchief van Wûnseradiel. Deze worden momenteel doorgezocht, iets over de bijl is nog niet aangetroffen.

O. Gielstra, dec. 2010

uit Aldnijs 45, maart 2011.

 

 

 

 Bijgewerkt 25 juli 2018