De grote overstroming na de storm van 3 februari 1825 trof ook Cornwerd, al waren hier geen dijkdoorbraken zoals bij Makkum en Gaast. Schade was er wel aan de rondom het dorp gelegen vruchtbare landbouwgronden. Een gebied met vele particuliere polders en meertjes, waaronder de al eerder genoemde Silaardermeer, (1) maar ook is er sprake van o.m. het Occameer en het Islameer. Aangezien iedere boer zijn eigen polder met molen beheerde en men niet schroomde om overtollig water te lozen op de sloten van de buurman, hoopte men na de ramp tot een oplossing te komen. Het slaagde niet, evenals de poging in 1877 om tot één grote particuliere polder te komen. Weer was de onderlinge onenigheid het struikelblok. {1} Waterschap Cornwerd Het dagelijks beheer kwam in handen van een drie leden tellend bestuur, gekozen door de stemgerechtigde ingelanden, en een vergadering van ingelanden. Voor de leden van het bestuur gold een zittingstermijn van drie jaren. Bijzonder bij dit waterschap was, dat de waterstaatkundige werken benodigd bij de inrichting ervan, door het voorlopig bestuur in opdracht en voor rekening van een groep eigenaren (samen meer dan tweederde van het totale oppervlakte vertegenwoordigend) werden uitgevoerd. Nu had men opeens wel haast en nam deze ongebruikelijke constructie voor lief! Het waterschap nam de werken na gereedkomen tegen taxatiekosten over. De bemaling van het waterschapsgebied werd verzorgd door een in 1907 door de firma J.H. Westra te Franeker gebouwde windwatermolen aan de Cornwerdervaart. Sinds 1972 werd de bemaling verzorgd door een in de molen geplaatste electromotor. Een tijd lang beschikte men over een tweede molen, staande aan de Melkvaart bij Wons. Deze werd in 1925 afgebroken. In1913 kwam het onder het regime van het algemeen reglement voor Friese boezemwaterschappen, dit leidde niet tot grote veranderingen. Een uitbreiding met landerijen ten oosten en noorden ervan zorgde in 1918 voor een omvang van 466 ha, bovendien kwamen er een viertal wegen bij: de Miedlaan, de Hollingerlaan, de Hiddumerlaan en het Pieter-Obeslaantje. Tot die tijd waren deze wegen in particulier bezit. Nieuwe grenswijzigingen zorgden in 1930 voor 478 ha en werd de "Ossefenne tille", het brugje over de Melkvaart toegevoegd. In 1959 maakte de verbreding van Rijksweg 43 weer een grenswijziging noodzakelijk. De nieuwe weg vormde voortaan de noordgrens. Een klein deel ten zuiden van de Cornwerdervaart ging over naar het waterschap "de Weeren" waardoor het totale oppervlak toen 454 ha. werd. Als gevolg van streven naar concentratie van boezemwaterschappen werd het waterschap per 1 januari 1976 opgeheven. Rechten en plichten, bezittingen en schulden werden overgenomen door het nieuw opgerichte waterschap "it Marnelân". Aangezien men bestuurlijk kennelijk nooit groot genoeg kan zijn, is het Marnelân weer opgegaan in het "Wetterskip Fryslân".
uit: Fan de Grutte toer en de Lytse bal, 50 Jier Keatsferiening "Meininoar Ien", Koarnwert - O. Gielstra - juni 2008. |